Delftalent houdt zich graag op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in wetgeving en onderzoek rondom arbeidsparticipatie.
Deze pagina is nu “under construction”maar binnen korte verschijnt hier weer nieuws over de nieuwste ontwikkelingen.
Perioden | 2011 | |||
Onderwerpen | Totaal bevolking 15 tot 65 jaar | Totaal 15 tot 65 jaar met aandoening | Wel arbeidsgehandicapt | Niet arbeidsgehandicapt |
Kenmerken | x 1000 | |||
Onderwijsniveau: laag | 3 371 | 845 | 601 | 244 |
Onderwijsniveau: middelbaar | 4 421 | 804 | 514 | 290 |
Onderwijsniveau: hoog | 3 083 | 445 | 254 | 190 |
Onderwijsniveau: onbekend | 118 | 20 | 15 | 6 |
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 3-9-2014 |
Arbeidsparticipatiegraad van mensen met chronische ziekten of matige tot ernstige beperkingen en de algemene Nederlandse bevolking (15 t/m 64 jaar) in 2010, naar achtergrondkenmerken[1]
Mensen met chronische ziekten en/of Algemene Nederlandse
matige tot ernstige beperkingen bevolking
% %
Totale groep (15 t/m 64 jaar) 25 67
Geslacht
Mannen 34 74
vrouwen 21 60
Leeftijd
15 t/m 39 jaar 48 66
40 t/m 54 jaar 38 80
55 t/m 64 jaar 16 49
Opleiding
laag 18 47
midden 26 71
hoog 36 84
De arbeidsdeelname van mensen met (lichamelijke) chronische ziekten of matige tot ernstige beperkingen wijkt in negatieve zin af van de algemene bevolking. In 2010 had een kwart (25%) van de mensen met chronische ziekten of matige tot ernstige beperkingen behorende tot de potentiële beroepsbevolking (15 t/m 64-jarigen) betaald werk voor tenminste 12 uur per week. Dit terwijl twee derde (67%) van de totale Nederlandse potentiële beroepsbevolking in dat jaar betaald werk verrichtte voor tenminste 12 uur per week.
Ook binnen subgroepen naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau zijn mensen met chronische ziekten of beperkingen minder vaak werkzaam. Van een stijgende (of dalende) trend in de arbeidsparticipatie van mensen met chronische zieken of beperkingen was over de periode 2005-2010 geen sprake.
Uitgevallen studenten met een functiebeperking
1 op de vijf uitgevallen studenten met een functiebeperking zit zonder enige vorm van maatschappelijke bezigheid (bijvoorbeeld werk, vrijwilligers, nieuwe studie) thuis. Bij studenten zonder functiebeperking is dit 0%.
(bron; studeren met een functiebeperking 2912, 63)
[1] Nivel: KENNISSYNTHESE – CHRONISCH ZIEK EN WERK, bron tabel: Heijmans et al., 2011